De drie biggetjes

Het sprookje van de drie biggetjes zal ondertussen zijn honderdste verjaardag gevierd hebben. Toch blijft het een klassieker die regelmatig opduikt in heruitgaven van sprookjes. Dat is ook het geval in deze reeks ‘Er was eens…’. De verhaallijn is alom bekend maar in deze uitgave wordt er gesproken van een vrije vertaling. Dat mag je interpreteren als een modernisering van het sprookje. Het originele dateert immers van rond de vorige eeuwwisseling.

Het boekje maakt deel uit van een reeks die zich richt tot prille lezers. De tekst is geschreven op het niveau van AVI – E3 (einde eerste leerjaar). Het lettertype is eenvoudig, duidelijk en voldoende groot. De tekstkleur is meestal zwart maar hier en daar worden de kerngedachten iets groter in het rood gedrukt. Dat geeft de mogelijkheid om zéér prille lezers enkel de rode woorden te laten lezen. Bovendien is er rekening mee gehouden om voldoende witruimte te laten. Dat is het compromis dat gesloten moet worden bij AVI-boekjes: de illustraties moeten wat inboeten om de leeservaring optimaal te houden. Op de site van Mariachiara Di Giorgio kan je de prenten in zijn geheel bewonderen.

De illustraties worden gekenmerkt door warme, zachte kleuren. Ze vertellen mee het verhaal en begeleiden als het ware de ‘beperkte’ tekst. De Boze Wolf heeft een redelijk foute outfit aan: een hemdje met een vlinderdas en een rond brilletje. Dat maakt hem eng en klunzig tegelijk waardoor de meest angstaanjagende hoekjes van zijn figuur wat afgerond worden.

Zoals elk sprookje kent ook dit sprookje een ‘happy end’. Jammer dat het verhaal niet eindigde met ‘En ze leefden nog lang en gelukkig.’ Een prima verhaal in zijn genre.