De draden van Marbellus

Het dromerige jongetje Marbellus valt op een dag uit een boom, met zijn hoofd op een steen. Vanaf dan wordt wel zijn lichaam ouder, maar hijzelf blijft een kind. Verhalen schrijvend brengt hij zijn leven door, terwijl er uit zijn hoofd en handen draden groeien. Wanneer hij sterft, trekken de draden hem uit ieders zicht.
Er zijn wel heel veel draden die dit jongetje verbinden met zijn auteur: zijn naam uiteraard, de val uit een boomhut, het gevoel altijd elf gebleven te zijn, met bijhorende fascinatie voor Peter Pan en de gedachte van een open fontanel, zijn lange haren, de grote fantasie die hij al in meer dan 150 boeken heeft gegoten. Het lijkt er sterk op dat Marc de Bel zijn levensverhaal vertelt. Hij doet dat in vrij poëtische verzen op rijm, niet meer dan vier lijntjes per blad. Wat alle ruimte geeft aan de sfeervolle illustraties van Karolien Raeymaekers. En die ruimte verdienen ze maar al te zeer. Het zal niemand verbazen dat deze jonge vrouw animatiefilm studeerde, het leven van Marbellus trekt ook als een film aan je voorbij. In prachtige schilderijen, zoals bijvoorbeeld van de boomhut in de sneeuw, of van Marbellus op zijn sterfbed. Alleen jammer van de naïeve fantasiewezentjes die met hun felle kleurtjes de overwegend monochrone pracht verstoren.