Dit is alweer de zesde druk van het tweede deel uit de Computerheks- reeks van Francine Oomen. Karel, de wat knullige computerverkoper uit het eerste boek, heeft zichzelf in een murf veranderd. Hij wil zo snel mogelijk weer mens worden, want dan kan hij wraak nemen op Ursula, Lot en Trix, zijn moeder. Wanhopig klopt hij aan bij Herman Schmack, een tovernaar van de tweede rang die erop is uit zoveel mogelijk macht te vergaren. Karel weet echter niet dat Schmack een hekseneter is. Schmack bedenkt een plan: hij weet dat Ursula gek is op de laatste elektronische snufjes, en praat haar het gebruik van een Telekies – een in je tanden ingeplant telefoontoestel – aan. Zo kan hij haar naar zijn huis lokken. Ondertussen brengt Karel Trix terug naar het bejaardentehuis. Ze probeert allerlei toverspreuken om te ontsnappen, maar niets lukt. Gelukkig slaagt ze erin een SOS-bericht te versturen via het Inter-heksen-net. En na een heleboel knotsgekke toestanden loopt het allemaal goed af. Hoe vaker ik deze verhalen lees, hoe leuker ik ze vind. Dit is geen literatuur met de grote L, het zijn wel boekjes die lezen als een trein, vol vaart en met de nodige (slapstick)humor. De kleine kantjes van de personages worden goed uitvergroot, er gebeuren allerlei domme dingen, maar er wordt niemand echt kwaad gedaan en uiteindelijk loopt het allemaal goed af. De verhalen over de computerheks zijn altijd weer goed voor enkele uurtjes ongecompliceerd leesplezier.