De bekendste sprookjes voor kleuters

Sprookjes herschrijven is niet gemakkelijk. Ze zijn oud, bekend en hebben iets magisch. Zoals tegenwoordig vaak gebeurt, probeert men af en toe om ook deze categorie in een moderner jasje te steken. Voor kleuters is de taal van de originele sprookjes vaak te moeilijk. Vivian den Hollander bewerkte tien sprookjes, zodat ze gemakkelijk voor te lezen zijn aan kleuters, zonder dat de verteller tijdens het lezen de tekst moet aanpassen of duiding geven. Dat is haar goed gelukt, maar toch lijkt de magie van de sprookjes een beetje weggeglipt. Wie herinnert zich niet de beschrijving van het mooie Sneeuwwitje: ‘een kindje, zo wit als sneeuw, zo rood als bloed, en zo zwart als dit ebbenhout’? Het blijft mooi en speciaal, maar blijkbaar niet toegankelijk genoeg voor kleuters. Hier kan je natuurlijk ook anders over denken: nieuwe woorden aanbieden aan kleuters is goed en nodig en zal hun woordenschat zeker verrijken, vaak verklaren deze woorden zichzelf ook voor een groot stuk en wat extra kleur in het taalgebruik zal geen enkele kleuter schaden. Dit boek is een goed voorleesboek waarbij de verteller niet moet improviseren. De verhalen zijn zo geschreven dat de inhoud wat dichter bij de belevingswereld van de kleuters staat. Het is geschreven in kant-en-klare vertelstijl. Alex de Wolf maakte er grappige illustraties bij, die een beetje doen denken aan Quentin Blake. Details en humor ontbreken niet, bijvoorbeeld het gezicht van de prinses die niet anders kan dan de kikker kussen, spreekt boekdelen. Kleuters zullen graag kijken naar de kleurrijke prenten. Vivian den Hollander bewerkte tien sprookjes: Roodkapje, Hans en Grietje, De prinses op de erwt, Sneeuwwitje, De kikkerkoning, Klein Duimpje, Doornroosje, Het lelijke jonge eendje, De wolf en de zeven geitjes en Assepoester. Acht van deze sprookjes verschenen in 2003 reeds in ‘Sprookjes voor kleuters’.