De allersnelste
Wie is het snelste op het land? Wie is het snelste in de lucht? Op deze en nog meer vragen krijg je een antwoord in dit boek. Van klein tot groot en van vis tot vogel, hier geldt alleen de snelheid. Negen dieren worden beschreven, altijd op dezelfde wijze: een afbeelding van het dier over twee pagina's met heel kort de verantwoording waarom dit dier gekozen is. De volgende twee pagina's leggen in verschillende korte tekstfragmentjes de belangrijkste kenmerken van het dier uit. En tenslotte volgen de laatste twee bladzijden waar wat dieper wordt ingegaan op de levenswijze van het dier met een overzichtstekening.
De allersnelste is het zevende deel in de reeks van superbeesjes, steeds opgebouwd volgens hetzelfde stramien. Tekst en illustraties spelen om de beurt de hoofdrol zodat beiden volledig tot hun recht komen. De tekeningen zijn zeer sfeervol, erg realiteitsgebonden en tot in de detail uitgewerkt. Ze helpen mee om de informatie goed over te brengen. Soms is dat minder succesvol, zoals de manier waarop ze snelheid willen visualiseren door het dier te vergelijken op een rechte met een auto, maar soms rijdt die auto 100 km/u en soms 140 km/u, dat helpt niet om een concreet beeld te krijgen van de snelheid van het dier en dat onderling te kunnen vergelijken met andere dieren. Ook bij de fregatvogel is er soms wat onduidelijkheid tussen tekst en tekening wanneer ze het over verschillen tussen mannetjes en vrouwtjes hebben en dat niet wordt doorgetrokken in de illustratie.
De gebruikte taal is eenvoudig, men laat het dier zelf aan het woord. Achteraan op de flap raadt men het boek aan vanaf 5 jaar. Dat vind ik persoonlijk nog wat jong omdat zij nog geen inschatting kunnen maken van precieze afstanden, snelheden en woonplaatsen, maar vanaf 7 jaar moet het zeker lukken.