De adem van de godin

Britannia ca. 200 na C. Vibia werkt in het atelier van haar vader, een steenkapper. Op een dag komt Calpurnius, een rijke zakenman en hoofd van de Romeinse eredienst, op bezoek. Hij ziet dat Vibia talent heeft en biedt haar werk aan in de stad. Met haar broer Victor vertrekt Vibia naar Aquae Sulis, het huidige Bath. Al in de oudheid was Bath een luxueus kuuroord dankzij de warmwaterbronnen. Vibia ontmoet er Gwennyd, de priesteres van de heilige bron. Er gebeuren vreemde dingen in de stad. Petronia, een dochter van de bron, wordt op een morgen vermoord aangetroffen. Er waren onheilspellende voortekenen. Calpurnius sterft in het badhuis. Werd hij vergiftigd? ‘De adem van de godin’ telt 30 korte hoofdstukken. Deze thriller speelt zich af in het Engelse Bath tijdens de Romeinse periode. Pas aan het eind weten we wie de vier moorden heeft gepleegd. Via dit verhaal vernemen we heel wat over allerlei kruiden, over ziektes en genezing. We krijgen ook informatie over de Keltische godenwereld, over de Mithrascultus en het vroege christendom. Voor de namen heeft de auteur zich gebaseerd op de talrijke loden plaatjes en opschriften in het badcomplex. Het verhaal heeft ze zelf verzonnen. Enkele foutjes. ‘Aesclepios’ in plaats van ‘Asclepios’ (p. 162 en 178). ‘Voor zij die’ in plaats van ‘voor hen die’ (p. 77). Een Romeinse steenhouwer kan geen U uithakken, wel een V (p. 5). De vrouw van Calpurnius kan niet Calpurnia heten, want ze kreeg de naam van haar vader.