Dasja, oftewel het leven van een pup

Let op, Dasja, als je even keurig blijft zitten, vertel ik je een verhaaltje. Waarover? Nou, bijvoorbeeld over de hondenstaart.

Hoe lang is het geleden dat je nog eens écht gelukkig werd van een ongecompliceerd personage uit een boek? En hoe gehecht raak je aan het personage wanneer die iets slechts doet zoals, laten we zeggen, op de mat plast? Of de borstel aanvalt?

Wat zeg je? Te lang geleden? Nog nooit? Wel dan, ik heb goed nieuws voor je ...

Iris, een ruwharige foxterriër, krijgt een puppy. En wat voor één! Dasja. Wat is ze lief, wat is ze snoezig! Eerst kan ze nog niet zien. Dan doet ze een oogje open. Dan een tweede. En voor je het weet kan Dasja lopen! Eerst moeilijk, maar dan beter en beter. Wat zeg ik: ze kan zelfs sprinten! Ze kan kruipen, rollen, bijten, graven, vechten, janken … ja, echt alles wat een goede puppy moet kunnen. En wat ze nog het best van alles kan: je hart verwarmen.

Deze Tsjechische klassieker werd — zo stelt de cover zelf ook — voor kinderen geschreven, getekend, gefotografeerd en ondergaan door Karel Čapek. Deze wereldberoemde Tsjechische auteur schreef detectives en sciencefiction, maar bleef vaak ook dichter bij huis, want hij schreef ook columns over zijn eigen honden. Maar eentje stak er altijd bovenuit bij het publiek: Dášeňka. Haar verhaal, gegoten in een kinderboek, gaat al decennialang mee: het boek is immers nog uit 1933. Het boek heeft eerder al eens een Nederlandstalig debuut gekend (in 1935), maar nu is het opnieuw vertaald: veel lichter, veel moderner. De verhalen, de illustraties en de foto's zijn nog van Čapek, maar het geheel is qua vormgeving in een gloednieuw retro jasje gestoken. Het werkt bijzonder goed: het zetwerk doet geen afbreuk aan de geschiedenis van het boek – meer zelfs: het ondersteunt dat gegeven – terwijl het ook heel modern en vertrouwd aanvoelt.

De nieuwe vertaling is onwaarschijnlijk goed gelukt. Het geheel ligt goed in de mond en vloeit als het ware mee in het dartelen, stuiteren en rollen van Dasja. De zinnen zijn soms wat langer, de woorden soms wat lastiger – ja, dat heb je zo met oudere boeken :-) – maar dit boek toont dat we niet moeten onderschatten dat kinderen soms meer kunnen dan we denken. Het oogt uiteindelijk moeilijker dan het is, maar voor ongemotiveerde lezers kan dit afschrikwekkend werken. Als voorleesboek is het hoe dan ook geweldig: de langere blokjes tekst worden afgewisseld met kleine pentekeningen van de schrijver zelf, vaak midden in de tekst. Ze geven meer en meer gestalte aan de kleine opgroeiende Dasja. En Karel wilde haar nog beter vereeuwigen, al bleek dat niet zo gemakkelijk: op foto! Zo krijg je hoofdstuk per hoofdstuk een ander stukje van Dasja te zien: eerst hoe ze opgroeit, daarna een handleiding bij het maken van een foto van een puppy, daarna de verhaaltjes die Čapek verzon om Dasja te laten stilzitten, en uiteindelijk de foto's zelf. Het kleine boekje leest zó vlot, dat je haast teleurgesteld bent dat het opgroeien zo snel gaat.

Ik kan nog zoveel redenen aanhalen waarom dit boekje het hebbedingetje voor in je kast is, maar dan wordt dit stuk langer dan het boek zelf. Geloof me vrij: het ondeugende hondje verovert ongetwijfeld je hart. De simpliciteit, de warmte, het oneindige geduld van Čapek om het beestje te beschrijven én te ondergaan: je krijgt er geen genoeg van.

Zo, klaar. Bedankt voor het rustig blijven zitten.

Ga nu maar.