Circus Maximus. De race van de keizer

De Britse Annelise Gray houdt van paarden, studeerde klassieke talen en cultuur, en geeft Latijnse les. Het onderwerp voor haar debuut moest ze niet ver zoeken; haar roman over het wagenrennen in het Oude Rome ligt volledig in het verlengde van haar interesses. 

35-37 n.Chr.: in Rome woedt een hevige machtsstrijd tussen keizer Tiberius, zijn opvolger en de latere keizer Caligula en Macro en Cassius, twee prominente kopstukken van de Praetoriaanse Garde (de keizerlijke lijfwacht). Tegen deze historische achtergrond van intriges en geweld schetst Gray het fictieve verhaal van het twaalfjarige meisje Dido. Dido heeft een bijzondere gave voor paarden en ze droomt ervan om met haar vaders team deel te nemen aan het wagenrennen in het Circus Maximus. Dat is ijdele hoop want wagenrennen is een exclusieve mannenwereld. Het is ook een wereld van manipulatie, geweld en bedrog want de belangen in dit populaire volksvermaak zijn bijzonder groot. Dat ervaart Dido aan den lijve wanneer ze een gevaarlijke ontdekking doet die haar gemoedelijke leven helemaal doet kantelen.

Her is moeilijk om niet met Dido mee te voelen. Ze is een sympathieke überheldin die – tegen alle conventies en tegenslagen in – hardnekkig haar dromen najaagt. Het meisje zal de lezer met interesse in oude geschiedenis vast wel bekoren. Niet al haar avonturen zijn even geloofwaardig, maar voor fans van een onderhoudend feelgood-verhaal is dit wellicht niet echt storend. Het verhaal leest ook vlot – op de eerste hoofdstukken na die door de uitgebreide informatie over het wagenrennen en het Circus stroef aanvoelen. Een tekening in detail van het Circus Maximus was dan wel weer handig geweest, net als een kaart van het Romeinse Rijk en een korte verklarende woordenlijst. 

Een innemend personage als Dido verdient ook aandacht voor haar complexe innerlijke wereld. Dat is helaas nauwelijks het geval. Over het algemeen worden haar emoties en gedachten, bijvoorbeeld bij haar nachtmerries of successen, te vlak uitgewerkt om haar daadwerkelijk als een levendig personage van vlees en bloed te ervaren. Dat geldt des te meer voor de talrijke nevenpersonages. Over talrijk gesproken: er duiken maar liefst 49 andere personages op, inclusief 17 (!) paarden (die overigens met veel liefde worden beschreven). Dat is te veel van het goede en de auteur (of de redactie) vergist zich zelfs een keer van naam. Oeps ... Nu goed, ondanks deze mindere aspecten blijft het een lekker weglezend verhaal.