Een klein konijntje, in de vorm van een vilten vingerpopje, vertelt over de polder waarin hij leeft. Hij huppelt er door het zachte gras, knabbelt er aan sappige aardbeitjes, drinkt van het koele water uit de sloot en kruipt dan voor een dutje lekker dicht bij mama en papa aan in het veilige holletje. In dit vierkant kartonboekje is er op elke pagina een ovalen uitsparing in het midden. Daarin zie je het hertje. Als voorlezer kan je dit vingerpopje wat laten bewegen, hoewel die bewegingen erg beperkt zijn. De prenten spreiden zich uit over twee pagina’s. Elke prent wordt ondersteund door een zinnetje in dikke, zwarte letters. De illustraties zijn bijzonder eenvoudig en weinig uitdagend. Inhoudelijk stelt dit boekje weinig voor. Het vingerpoppetje heeft ook geen echte meerwaarde.