Big

‘Big’ vertelt het verhaal over een vreselijke vriendschap. Lizzy, ook wel Dizzy genoemd omdat ze vaak duizelig is, is een beetje anders. Ze houdt van kijken en dromen. Ze gaat naar een speciale school waar ze haar leren de dingen onder ogen te zien in plaats van haar ogen te sluiten met het idee dat het probleem dan opgelost is. Ze leert ook voor zichzelf opkomen, maar dat gaat nog niet zo goed. Lizzy heeft geen vrienden en wordt gepest door de kinderen in de buurt. Op een dag leert ze Big (Abigail) kennen die net in de buurt is komen wonen. Ze worden vriendinnen. Of lijkt het alleen maar zo? Big sleept haar mee, laat haar dingen doen en zeggen die ze liever niet wil, want Lizzy had haar eigen veilige wereldje om zich heen. Lizzy slaagt er echter niet in de bazige Big te weerstaan en houdt zichzelf voor dat ze nu toch heeft wat ze altijd wilde: een vriendin. Wanneer ze de drie grootste pestkoppen een nachtje opsluiten en de ouders bij de politie klacht neerleggen, doet Big alsof het Lizzy’s idee was. Het geheel escaleert en het verhaal krijgt een dramatisch einde wanneer Big haar dramaleraar levensgevaarlijk verwondt. Doordat het verhaal in de ik-persoon is verteld, vanuit het standpunt van Lizzy, in haar eigen, eenvoudige woorden en in korte zinnen, voel je je als lezer zeer betrokken bij het gebeuren. Er zijn drie verschillende tijdscycli, maar het gehele verhaal is in de tegenwoordige tijd geschreven. Het boek begint wanneer Lizzy een brief ontvangt van Big, die haar een jaar na de gebeurtenissen nog graag eens zou willen ontmoeten. Dan krijg je een lange terugblik op de kennismaking en vriendschap met Big en de gebeurtenissen die Lizzy een rotjaar hebben bezorgd. Regelmatig wordt de verhaallijn onderbroken door scènes op het politiebureau, waar Lizzy wordt verhoord over de details van het fatale plannetje van Big en Lizzy’s deelname daaraan. Het is niet duidelijk wat er juist met de hoofdfiguur, Lizzy, aan de hand is, maar ze weet van zichzelf dat ze ‘speciaal’ is. Een goede karaktertekening maakt het gemakkelijk je in te leven in de psychologie van Lizzy, hoe verward haar gevoelens en gedachten vaak ook zijn. Ze worstelt dikwijls met zichzelf en heel herhenbaar is het denken “ik moet dat zeggen/doen”, maar het dan toch niet (durven) zeggen/doen en er zich achteraf niet goed bij voelen. Langzaam maar zeker krijg je ook meer zicht op de beweegredenen van Big, wat ze vroeger allemaal heeft gedaan en waarom ze zo akelig doet. Een indringend boek over vriendschap en macht, opgebouwd als een onheilspellende en spannende thriller, met schitterend getypeerde personages.