Biezel

Bies woont nog maar een jaar in het dorp, of beter erbuiten, in een afgelegen boerderijtje. Lang genoeg om het verschil te kennen tussen de meisjes van het dorp, de Indische meisjes, de rijke meisjes, en de meisjes van erbuiten, zoals zij, die nergens bij horen. Ergens komt haar dat wel goed uit. Zo komt er niemand bij haar thuis en kan niemand ontdekken dat haar vader zijn tijd grotendeels liggend doorbrengt, filosoferend en dingen uitvindend die nergens toe leiden. Lang genoeg ook om te weten waarom zowat iedereen, behalve haar eigen ouders, buurvrouw Sofia dertien jaar na de oorlog beschimpt en uitscheldt voor moffenhoer.
Martha Heesen staat er om bekend om tussen de regels te vertellen, en dat is hier niet anders. Dat is interessant, maar maakt het de lezers niet makkelijk. Bovendien zorgt het ervoor dat er weinig gebeurt en er veel herhaald wordt, wat wellicht moet om de nodige puzzelstukjes bij elkaar te brengen. Daarnaast kan ze heel goed een sfeer scheppen, in dit geval een onheilspellende en beklemmende sfeer die je niet loslaat. Maar die toch ook genoeg doorprikt wordt met luchtige momenten om het draaglijk te houden. Tot slot slaagt ze er in in de huid van haar personages te kruipen, en perfect over te brengen welke tegenstrijdige gevoelens, angsten en triomfen, schaamte en trots er in een klein meisje kunnen schuilen.