Betsy & Napoleon

De familie van Betsy Balcombe, een veertienjarig Engels meisje, woonde ca. 1815 op Sint-Helena. In de herfst van dat jaar werd Napoleon verbannen naar dat afgelegen eiland in de Atlantische Oceaan. Aanvankelijk logeerde hij in het Plantagehuis dicht bij de familie Balcombe. Betsy, een opstandige tiener, voelt sympathie voor ‘Nappie’, de ex-keizer. Samen met haar excentrieke leraar vervaardigt ze een zijden ballon waarin Napoleon zal kunnen ontsnappen. De poging mislukt. De nieuwe gouverneur sir Hudson Lowe laat Bonaparte overbrengen naar een onherbergzame uithoek van het eiland. Daar wordt hij strenger bewaakt. Jaren later, bij de dood van de keizer, blikt Betsy met weemoed terug op haar korte vriendschap voor de kleine Corsicaan. Een grappig geschreven historisch verhaal, vermengd met veel fictie. Dat zulk een jong meisje al die bedenkingen kan maken, lijkt me onwaarschijnlijk. Verbazend is ook dat Napoleon door een Engelse auteur zo menselijk wordt voorgesteld. De bombastische beeldspraak klinkt door in het Nederlands bv.: (p. 34) “Het Engels van de man was afgrijselijk krom. Ik brei het hier met moeite recht.”; (p. 166) “Mijn mond voelde droog en pluizig aan, alsof er een piepklein matrasje in was gestopt.” Een duidelijke kaart van Sint-Helena ontbreekt. Vreemde termen worden helaas niet verklaard.