Bessel vindt een eitje

Als het lente wordt wil Bessel, een kleine beer, ook graag een ei uitbroeden. Hij gaat op zoek en denkt er ook één te vinden. Mama maakt hem duidelijk dat beren dit niet doen maar Bessel zet door. Hij maakt met vallen en opstaan een nestje en begint te broeden. Dan komen er andere dieren voorbij. De eekhoorn keurt het af maar Bessel jaagt het diertje weg. Het konijn wil graag spelen maar daar heeft de broedende beer geen tijd voor. Ook het speelse hertje vangt bot en Bessel houdt moedig vol. ’s Avonds wordt hij moe en hongerig en neemt hij het eitje mee naar huis. Dan ziet mama dat het geen eitje is maar een eikeltje. Samen stoppen ze het in de grond en Bessel vindt zijn vrijheid terug. Terwijl hij weer speelt en kind kan zijn, groeit er een klein eikenboompje… Dit boek is nogal traag en komt niet goed op dreef. Aanvankelijk wordt de nieuwsgierigheid wel wat gewekt maar dan valt alles stil. De tekst leest ook eerder stroef. De illustraties zijn niet erg bijzonder en ook wat te statisch. De tekst vraagt nogal veel concentratie van een kleuter en is qua inhoud te lang. Het eind van het verhaal is eerder bruusk. Bessel maakt er vlug komaf mee en het lijkt wel of het boompje dezelfde dag al zo gegroeid is. De realiteit is hier even zoek...