Begraaf de liefde

Het wordt weer maar eens bewezen: recensenten zijn ook maar mensen die hun eigen, min of meer bescheiden mening weergeven. Zo wist de lettertjesbeoordelaar van de Standaard der Letteren deze ‘thriller’ van Jonas Boets met drie sterren te bedenken, terwijl ondergetekende niet geneigd is om meer dan één ster toe te kennen aan deze onverdienstelijke poging tot een thriller. Uiteraard heb ik niet de waarheid in pacht, want ook onze gewaarde collega van Pluizuit vond dit een, en ik citeer, 'knap opgebouwde thriller' en nog ergens anders vernam ik dat dit één van de thrillers is die je deze zomer gelezen moet hebben. Nu ja, smaken verschillen. Grif toegegeven, Boets schrijft ontzettend vlot, zodat je door dit boek heen raast, absoluut waar. Het verhaal zelf moet je er dan wel bijnemen. Neem een psychotische, aan alcohol verslaafde moeder, mix met een drugsverslaafde vader, plaats er een op het eerste zicht geestelijk gezond ogende tienerzoon bij en bingo: problemen kunnen niet uitblijven! Zo geschiedde, en op een mooie dag zit moeder dan ook stralend dood te wezen in de zetel. Vader heeft geen energie en geld over voor een fatsoenlijke begrafenis en besluit dan maar om haar zelf in de tuin te begraven. Zoon Jasper moet dan wel meteen van school veranderen om vervelende vragen te vermijden. Het verhaal wordt opgehangen dat moeder in het buitenland op vakantie is en zo zouden ze in staat moeten zijn hun leven verder te zetten. Dat is natuurlijk buiten politie, nieuwsgierige buren en een bizar liefje van Jasper gerekend. Uitgerekend het knapste meisje van de hele school wordt verliefd op hem, maar haar vriendenclubje mag het niet weten. Al snel is duidelijk dat Marjolein, want zo heet het engelachtige wezen, een dubbelrol speelt. Bloederige confrontaties en dito taferelen leiden tot een redelijk bizar einde. Goed naar een hoop teenage slashermovies gekeken, Jonas! De surrealistische thriller van niveau die beloofd wordt op de achterflap heb ik niet gelezen. Boets zal nog veel ‘bokes’ moeten eten vooraleer hij nog maar aan de enkels reikt van echte thrillerauteurs. Zelf vindt de auteur dat het een boek met een knipoog is en inderdaad, bij momenten vond ik het rondspattende bloed bijzonder lachwekkend. Je moet echter wel toegeven dat de schrijver de pen soepel hanteert en dat is een verdienste. Dus laat die bokes maar aanslepen, Jonas.