Beer heeft een probleempje

Beer heeft een probleempje. Hij gaat te rade bij de uitvinder, de kleermaker, de hoedenmaker, de arts, de straatventer, de mevrouw van de brillenwinkel, enzovoort. Je kan het zo gek niet bedenken, of ze hebben allemaal wel een middeltje voor hem: twee vleugels, een bijpassende sjaal, een kroon, een grote doos pillen, een ketting met een grote zware hanger; een bril, een pot honing en berenlaarzen. Maar is het dat wel dat beer nodig heeft? Je krijgt als lezer al snel een vreemd gevoel, want iedereen aan wie de beer vertelt dat hij een probleempje heeft, stelt dadelijk een oplossing voor. Zelf heb je echter geen idee van wat er aan de hand is. Maar ook de figuren uit het boek hebben geen idee. Ze luisteren gewoon niet naar hem! Ze smeren hem van alles aan, maar zijn probleem geraakt niet opgelost. Beer wordt er behoorlijk moe van en rust uit op een heuvel buiten de stad. Net als je overloopt van medelijden met hem, komt hij Vliegje tegen, die zijn verhaal wél wil horen. Beer is bang in het donker, helemaal alleen in zijn hol. Vliegje is net op zoek naar een nieuwe woning en wil wel bij hem komen wonen. Samen gaan ze op pad en Beer voelt zich meteen een stuk beter! Een leuk verhaal dat goed is opgebouwd. De tekst zit vol herhaling, wat voor kinderen zeer meeslepend werkt. Al snel hmmmt iedereen mee met de ongeholpen beer. De tekst wisselt af met paginagrote illustraties. Ze zijn een schitterende collage van tekeningen, oude encyclopedie-illustraties, stukjes textiel, papiersnippers, gestempelde cijfers en letters, oude handgeschreven rekeningen en dergelijke meer. Je ontdekt er telkens nieuwe elementen in. Het verhaal leidt tot een verrassend, hartverwarmend einde.