Ballade van de Dood

De leeuw, de machtige koning der dieren, is ontzettend bang om te sterven. Hij ontbiedt zijn beste geleerden, die voorbereid zijn op vragen als ... "hoeveel sterren er zijn, of hoe zwaar al het zand weegt van de Grote Woestijn? Of hoe de belasting massaal wordt ontdoken of hoe ..." Koning Leeuw wil alleen weten: "Waarom gaan we dood?' Geen van de geleerden heeft een afdoend antwoord. Tot een geleerde met veel fantasie suggereert dat als de dood je komt halen, je ook in staat moet zijn om hem te vangen. Dat brengt de koning op een idee: hij wil een glazen kooi bouwen omheen het bed van stokoude man die niet lang meer te leven heeft. Een kooi met een deur erin die eerst openstaat en dan vliegensvlug kan gesloten worden als de dood er binnenstapt. Het plan lukt: de dood wordt gevangen. Niemand gaat meer dood en de dieren geven zich over aan alle mogelijke uitspattingen. Er komen echter steeds nieuwe dieren bij en geen één gaat weg. Het wordt te vol in het dierenrijk. "En honderd jaar later was de lol er vanaf en verlangde men weer naar de rust van het graf." Er zit niets anders op dan de dood te bevrijden. "Maar wie laat hem los, want wie de deur opendoet, is als eerste de klos." Dan antwoordt de koning: "Laat mij het maar doen, gegroet allemaal! Mijn angst voor de dood is nu wel genezen. Ik heb, geloof ik, meer van het eeuwige leven te vrezen... 'Leve de Dood!' riep het volk dolgelukkig, en ze leefden nog lang en stierven ... gelukkig!" Een prachtig boek, niet alleen grappig maar met de nodige dubbele bodems, die heel wat stof tot nadenken geven. Een ideaal boek om een pijnlijk onderwerp bespreekbaar te maken. De woordenschat is volwassen en het ritme en rijm van de tekst lopen vloeiend. De spichtige illustraties zijn uitbundig en heel bijzonder. Een boek met een kroontje!