Babs is boos

Het kleine meisje Babs is boos. Ze snauwt iedereen af die ze op haar weg tegenkomt: de zon, de bloemen, de vissen. Die worden daar op hun beurt boos om. Daardoor voelt Babs zich nog ellendiger. Maar dan raadt een aapje haar aan ook ondersteboven te komen hangen zoals hij. Zo wordt haar boze mond met de neergetrokken mondhoeken een lachebek. Van iedereen die zij lachend benadert, krijgt zij een lach van oor tot oor terug. De boodschap is duidelijk: met je humeur kun je zelf het leven aangenaam of onaangenaam maken. De omkering van het ene naar het andere kan de lezende kleuter zelf bewerkstelligen. De mond van Babs is uitgesneden. Als het boekje omgekeerd wordt halverwege het verhaal, verandert die uitsnijding van boos in blij. In een handomdraai kan het kind de stemming keren, letterlijk en figuurlijk.