Roy is enig kind en van kleins af aan wordt hij behandeld als een prins. Hij bepaalt alles wat er in huis gebeurt en dit gaat van kwaad naar erger. Hij dramt net zo lang door tot hij krijgt wat hij wil. Het gaat zelfs zo ver dat zijn ouders geen geld meer hebben om al zijn grilletjes in te willigen. Zijn moeder verkoopt zelfs kristallen beeldjes van haar verzameling. De ouders durven er met niemand over praten behalve met Henk, een man die bij hen in de wijk woont. Henk ontfermt zich over Roy en pakt hem streng aan. Wonder boven wonder past Roy zich behoorlijk goed aan aan deze nieuwe situatie. Hij voelt zich goed bij Henk maar steeds meer krijgt hij het vermoeden dat Henk een geheim heeft. Hij neemt zijn ouders in vertrouwen en zo wordt ontdekt dat Henk leeft van diefstal. Roy heeft veel geleerd uit de situatie en is een veel aangenamere jongen geworden. Het boek schetst een heel extreme, bijna onvoorstelbare situatie. De ouders van Roy komen heel zwak over en lijken niet meer terug te kunnen uit een situatie die door de jaren heen volledig scheef gegroeid is. Tijdens het lezen van het boek ga je je steeds meer ergeren aan het gedrag van Roy en aan de volgzaamheid van zijn ouders. Het verhaal is vrij langdradig. De beschreven situatie bestaat zeker doch is zodanig uitvergroot dat het niet meer geloofwaardig is. Je voelt geen enkele sympathie meer voor Roy en zijn ouders, maar aanvankelijk wel voor Henk. Boeiend is wel hoe je voelt dat je gevoel van sympathie voor Henk geleidelijk aan vermindert ten gunste van Roy en zijn ouders. Een aantal fragmentjes zijn humoristisch, een aantal spannend.