Archie Greene en het geheim van de magiër

Archie Greene ambieert duidelijk de nieuwe Harry Potter te worden. Alhoewel dit eerste verhaal over zijn avonturen enkele spannende passages bevat, is het als geheel toch maar een zwak afkooksel van de beroemde reeks van J.K. Rowling.
Op zijn twaalfde verjaardig krijgt de weesjongen Archie Greene een vierhonderd jaar oud boek cadeau met de opdracht dat boek terug te brengen naar het Museum van Magische Varia. Met de hulp van zijn neef Distel en zijn nicht Netel en via een magische doorgang in Oxford belandt hij in de parallelle wereld van het Museum. Net als Rowlings held heeft hij een bijzonder merkteken en beschikt hij over magische krachten: hij is een boekfluisteraar die met de magische boeken kan praten. Ook hij komt in een soort school terecht, waar hij de oude boeken moet beschermen en herstellen. En natuurlijk blijkt een van de leerkrachten een handlanger van de grote boze vijand Barzak en wordt een andere medewerker van het Museum valselijk verdacht. En verder duikt er een griezelig beest op, in casu een brandweerwolf, half draak en half wolf, moet er een raadsel opgelost worden en begaat Archie enkele stommiteiten die hem ei zo na het leven kosten. Voor wie Harry Potter kent, allemaal heel voorspelbaar. In hoogste nood duikt een ridder op die de verschrikkelijke zware magiër in een oogwenk laat verdwijnen, een wel erg goedkope oplossing.
Niet alleen het verhaal is voorspelbaar, maar ook het personage Archie, dat veel meer een schim blijft dan iemand van vlees en bloed. Dat komt vooral doordat de auteur te veel aandacht schenkt aan allerlei weetjes over de magische boeken en te weinig aan de emoties en diepere gedachten van zijn hoofdpersonage.
De vertaler vond creatieve oplossingen voor de neologismen zoals de popperstopper en het imagineerglas, maar hier en daar klinkt een zin te houterig: "Om zich van de onverdeelde aandacht van zijn publiek te verzekeren, liet hij een korte stilte vallen". Misschien wel het interessantste magische voorwerp uit het museum is het imagineerglas, het "geeft je een andere kijk op de dingen die je ziet". Zo zou goede fantasy moeten werken, maar dat lukt in 'Archie Greene en het geheim van de magiër' slechts heel af en toe.