Anne, het paard en de rivier

Annes vader heeft paarden. Stevige paarden, die zware dingen kunnen voorttrekken. Op een dag laat Annes oom weten dat hij een paard nodig heeft. Hij kapt bomen diep in het Zwarte Woud en een sterk paard kan hij daarbij goed gebruiken. Anne wil het paard Wilma wel brengen. Ze stapt op haar rug en zo begint hun avontuur. De rivier wijst de weg. Erg veel gebeurt er niet onderweg. De reis duurt een paar dagen en Anne wandelt op een rustig tempo voort langs de rivier. De weg kwijtraken kan ze dus al niet. Onderweg ontmoet ze drie personen die niet meteen tot de verbeelding spreken: een poetsvrouw, een agent en een kleine jongen. Vriendelijke mensen die geïnteresseerd zijn in Annes reis, maar meer ook niet. Een gezin nodigt haar uit om in hun stal te overnachten op een bedje van stro. De ochtend nadien vindt ze een lunchpakketje met heerlijke pannenkoeken. Je verwacht even dat het spannend wordt als ze ’s nachts in een mistig woud terechtkomt, maar ook dat moment is snel voorbij. Uiteindelijk wordt ze feestelijk onthaald in het dorp van haar oom. De aanzet naar een nieuw avontuur op een vlot wordt gegeven ...

De schrijfstijl die de auteur hanteert is erg eenvoudig. Voor een achtjarige mag de lat best wat hoger liggen. Er zijn een aantal uitweidingen die wat vreemd aanvoelen en die ook totaal niet gericht zijn op het doelpubliek, bijvoorbeeld: "In de stad praat iedereen over eten", zegt moeder, "de hele dag. Ook in de kantoren en buiten op de terrassen als de zon schijnt. Ze praten over gevulde dingetjes met dungesneden dingetjes erbij en dat het anders moet dan zoals het gisteren was verzonnen."

Het verhaal kabbelt een beetje voort op het tempo van de rivier. Niet echt het grote avontuur dat ik verwacht had bij het lezen van de zin op de achterkant: ‘Zo begint Annes reis, een verhaal over de wijde wereld en alles wat daar wacht om ontdekt te worden ...’ Het is wel een erg veilig verhaal waar je je als dromerige achtjarige gemakkelijk in de rol van Anne kan stellen. Een veilige uitstap op de rug van een lief paard. Onderweg gebeuren er leuke dingen, maar niets dat te spannend of gevaarlijk is.

De prachtige voorflap van de hand van Enzo Pérès-Labourdette deed mij naar dit boekje grijpen. In het boek zelf zijn er nog een aantal paginagrote illustraties. Sprookjesachtige plaatjes in roze pasteltinten met goudaccenten. De rode wangen van de personages doen een beetje denken aan ouderwetse Russische plaatjes. Ze passen perfect bij dit dromerige verhaal. Ik zou ze in een gouden kadertje in de kinderkamer kunnen hangen, zo mooi zijn ze. Voor mij maakten ze het gemis aan een echt avontuur goed. Ze nodigen uit om er lang naar te staren en je eigen verhaal erbij te verzinnen. Over een reis op de rug van een lief paard. Wie kom je onderweg tegen?