Angelman

Arnout, een gewoon jongetje dat in een flat woont, doet ons het verhaal van meneer Angel. Meneer Angel is een vreemde buurman, oud, altijd gekleed in een feestelijk wit pak en vaak brengt hij zonderlinge dingen naar zijn appartement. Op een dag helpt Arnout hem iets naar boven sjouwen. Hij maakt kennis met Alfi, een kleine, handige robot op wieltjes. Alfi wijdt hem in in het geheim van meneer Angel. Hij was vroeger Angelman, één van de allereerste superhelden. Samen bekijken ze het oude fotoalbum en de vele souvenirs. Angelman werd echter al vlug vergeten door de opkomst van nieuwe helden die nog sterker, sneller en grotere acrobaten waren dan hij. Angelman werd te oud, ging op pensioen en werd een man als alle andere. Arnout is erg onder de indruk en gaat nog vaak terug naar zijn nieuwe vrienden. Meneer Angel werkt ondertussen ijverig verder aan een vreemd pak; hij wil nog één keer Angelman worden. Dan breekt de grote dag aan en Angelman vliegt weg, voorgoed… Arnout is erg onthutst maar vindt troost bij Alfi. Samen bewaren ze zorgvuldig het geheim van Angelman. Angelman is een modern sprookje dat zweeft tussen geluk en verdriet. Het verhaal is ontroerend maar kan ook anders geïnterpreteerd worden: heeft Arnout gewoon een speelgoedrobot waar hij dit verhaal heeft rondgesponnen of aanvaard je het verhaal van Angelman? De vertelstijl is vlot, boeiend en doordrenkt met gevoel. Opvallend zijn vooral de illustraties van Matthieu Roussel. Hij zette zijn potloodschetsen erg vakkundig om naar complexe afbeeldingen in 3D. Op het eerste zicht lijkt dit wat vreemd. De illustraties hebben echter zoveel te bieden qua detail, diepte en opmaak dat ze blijven boeien. Kinderen worden er sterk door aangetrokken en hebben bij de dood van Angelman geen extra uitleg nodig.