Alex Rider. Crocodile Tears

Alex is voor oudejaarsavond uitgenodigd op een gigantisch liefdadigheidsfeest in een Schots kasteel. Zijn gastheer is Desmond McCain, een ex-bokser en zakenman, die na verzekeringsfraude in de gevangenis is beland en zich daar tot priester heeft laten wijden. Na zijn vrijkomen heeft hij First Aid opgericht, een hulporganisatie die er een punt van maakt telkens als eerste ter plaatse te zijn als er waar ook ter wereld een ramp gebeurt. Alex’ kennismaking met de man is meteen een confrontatie, wanneer de veertienjarige Alex zijn gastheer voor schut zet door van hem te winnen bij het pokeren. En meer mag ik van deze achtste Alex Rider niet prijsgeven, de rest moet je echt zelf lezen. Al van op die eerste avond kom je in de rollercoaster van de tienerspion terecht, die zoals naar goede gewoonte pas stopt bij het allerlaatste hoofdstuk. Je verzetten heeft geen zin, je kan alleen maar meegesleept worden. Daarvoor zorgt de niet aflatende stroom van actie, en de uiterst filmische stijl van Horowitz, die je het ijskoude water doet voelen en van spanning je keel dichtknijpt. Maakt niet uit dat je eigenlijk wel weet dat Alex zich ook uit deze uitzichtloze situatie wel weer redt, meegesleurd word je. Daarnaast raak je ook in de ban van de karakters die Horowitz schetst, zoals de meedogenloze schurk McCain. Of de journalist Bulman die door de geheime dienst niet uit de weg geruimd, maar wel gewist wordt.