Aap en Mol zijn bekende vrienden uit eerder verschenen boekjes waarin ze ofwel naar zee gaan of naar de bergen of gewoon een hut bouwen. In dit deel gaan de vrienden op verkenning in het Rijksmuseum van Amsterdam. Aanvankelijk denken ze dat ze in het paleis van de koningin zijn en ze gaan naar haar op zoek. Ze lopen voorbij het melkmeisje van Vermeer tot bij De Nachtwacht. Mol stelt soms naïeve vragen en Aap antwoordt. Als Mol in een kijkkast kruipt, komt er een bewaker. Hij buldert dat het museum gesloten is en onze vrienden vluchten verder. Een engeltje (Amor) op een pilaar zegt dat ze zich achter de deur moeten verstoppen. Ze dwalen door eindeloze gangen. De bewaker heeft de directeur erbij geroepen. Die vindt onze vrienden in een dure Chinese vaas. Hij toont hen kunstwerken met dieren, er is zelfs een porseleinen aapje. Terug in het bos gaat Mol in zijn boeken kijken wat ze allemaal gezien hebben en dan staan enkele kunstwerken afgebeeld met uitleg eronder.
Het boekje is bedoeld om het Rijksmuseum te promoten. De selectie van de kunstwerken is nogal beperkt en toont eerder aan dat er niet alleen schilderijen te zien zijn maar ook een vliegtuig, vazen, beeldhouwwerken en zelfs een poppenhuis uit 1686.
Het boek werd uitgegeven in samenwerking met het Rijksmuseum en ter gelegenheid van de heropening eerder dit jaar. Er is ook een Engelse versie van.