15

De stoere avonturen van de zonneprins die in zijn strijd tegen het kwade vele doden sterft maar telkens weer als een feniks uit zijn as herrijst. Het dagelijkse wel en wee, (met de klemtoon op wee) van een vijftienjarige die het behoorlijk moeilijk heeft om zich op school te handhaven en daar als ik-personage in een soort litanie-vorm verslag over uitbrengt. Een overkoepelende structuur waarin duidelijk wordt dat het ik-personage inmiddels zeventien is geworden en dat hij zijn verhaal vertelt aan een ‘jij’, die op het einde van het boek een meisje blijkt te zijn, al komt de lezer niet te weten wie dat meisje is en wat ze betekent voor de ik. De achterflap van de roman giet de complexe verhaalstructuur van ‘15’ in een samenhangend overzicht: "Jonatan vertelt zijn vriendinnetje over een aantal weken in zijn leven die beslissend voor hem zijn geweest. Hij is dan 15, wordt gepest door de grootste rotzak van de school en voelt zich een buitenstaander. Ter compensatie heeft hij een fantasiewereld gecreëerd waarin Gerechtigheid Overwint." Op het einde van het boek wordt duidelijk dat dit verhaal chronologisch thuishoort na ’17’, het andere werk van Per Nilsson waar Jonatan een rol in speelt; maar beide romans zijn heel goed los van elkaar te lezen. Auteur Per Nilsson giet Jonatans puberteitsproblemen in een originele vorm. De verhaallagen weerspiegelen verschillende facetten van Jonatans persoonlijkheid, maar het duurt even voor je daar als lezer een goed zicht op krijgt. Lezers die op zoek zijn naar een goed verhaal en geen boodschap hebben aan literaire experimenten zouden bij dit boek wel eens kunnen afhaken. En dit zou jammer zijn, want Jonatans moeizame jeugdjaren zijn zeer lezenswaard.