101 dingen om buiten te doen
In dit boek staan allerlei leuke dingen om buiten te doen, 101 om precies te zijn. Dat is al duidelijk van bij de titel, dus een inleiding is in dit boek overbodig. Het boek start met de inhoudsopgave waarin je als kind (of als ouder) op zoek kan gaan naar een leuk doe-ideetje.
Elk van deze 101 ideetjes neemt één of twee bladzijden in beslag. Het gaat om heel originele dingen zoals fotogrammen maken of een tuintje planten in laarzen, maar ook vaak om lekker oubollige spelletjes uit 'de goede oude tijd'. Denk daarbij aan hinkelen, elastiek springen, kijken welk stokje er eerst onder de brug door komt, ... Veel van deze spelletjes zullen de meeste kinderen al wel eens gedaan hebben, hoewel er ook wel nieuwe ideetjes tussen zitten die ik zeker nog ga uittesten.
Onderaan elke tip is er een vakje dat je kan aankruisen en waarin je de datum kan schrijven wanneer je dit hebt gedaan, een soort bucketlist dus. Soms vind je bij een activiteit een extra tip; een variant, wat uitleg over het wetenschappelijk principe achter de activiteit of een veiligheidsrichtlijn. Vaak start een bepaald idee ook met een lijstje benodigdheden voor de activiteit. Jammer genoeg is dat niet altijd het geval.
De illustraties in het boek zijn heel erg duidelijk. De kleurencombinaties zijn vaak schreeuwerig en er zit weinig structuur in de lay-out. Dit stoort echter niet zo erg, omdat het niet de bedoeling is dat je dit boek in één keer uit leest.
Positief aan het boek is het grote belang dat aan veiligheid en respect voor de ouders wordt gehecht. Dit door bij elke opdracht apart te schrijven hoe je dit veilig aanpakt en wat je best eerst vooraf bespreekt met je ouders. De do’s en don’ts op het einde van het boek vatten dit nog eens samen.