Skip en de konijnendief

Skip is acht. Hij heeft een konijn, Snuf, waar hij dol op is. Skip is nogal druk in z'n hoofd. Maar wanneer Snuf op z'n schoot zit, stuitert z'n hoofd niet zo erg en wordt Skip rustig. Maar op een dag is Snuf verdwenen. Z'n hok staat open. Zou hij gestolen zijn of ontsnapt? Samen met z'n vrienden gaat Skip op zoektocht. Ze verkleden zich als echte detectives. Wanneer ze denken dat ze de dief hebben gevonden, blijkt het echter een dwaalspoor ...

Dit boekje werd uitgegeven in de reeks Tijgerlezen. Dat zijn allemaal spannende, grappige verhalen met veel illustraties. Kinderen worden zo aangezet tot lezen. Dat kan door het boekje samen met een ouder te lezen maar het verhaal kan ook worden voorgelezen. De woordenschat is beperkt. Toch slaagt de schrijfster erin om de gevoelens van Skip mooi te verwoorden. De taal is verzorgd, met veel beschrijvingen. (Z'n hoofd is net een skippybal; niet vanbuiten, maar vanbinnen. Hij heeft immers geen handvat.) Het verhaal begint met de voorstelling van de vrienden van Skip. Daarin merk je reeds de humor die je ook in de rest van het verhaal terugvindt.

Dit boekje is bedoeld voor eerste lezers. De bladspiegel is beperkt, de korte zinnen zijn eenvoudig. De hoofdstukken bevatten veel dialogen zodat het boekje vlot leest. De humor is geschreven op niveau van jonge kinderen. Ook de raadsels tussendoor zijn grappig. Heel aangenaam voor beginnende lezers.