Kikker is bang

Max Velthuijs is niet meer, maar Kikker, één van zijn beroemdste creaties, blijft verder leven. Alweer in een groot formaat. In deze feesteditie wordt de lezer zowel in woorden als beelden geconfronteerd met angst. Stijf van angst ligt Kikker in zijn bed te luisteren naar vreemde geluiden. Overtuigd dat er een spook onder zijn bed verborgen zit, vlucht hij naar Eend. Dicht tegen het warme lijf van Eend aan vergeet hij zijn angst. Echter niet voor lang, want het kleinste geluid wordt gekoppeld aan de vreselijkste monsters. Samen vluchten ze naar Varkentje. Met z’n drieën in het grote bed, luisteren ze naar enge geluiden uit het donkere bos. Maar gelukkig hebben ze elkaar en roepen ze om ter hardst dat ze niet bang zijn. Deze angst lijkt overwonnen en uitgeput vallen ze in een diepe slaap. Dan is het de beurt aan Haas om bang te zijn. Wanneer hij ’s ochtends zowel het huis van Kikker als dat van Eend leeg aantreft, maakt hij zich grote zorgen. Angstig rent hij in de richting van Varkentjes huis. Daar maakt hij met zijn gebons op het raam het slapende drietal alweer aan het schrikken. Groot is de hilariteit maar daarop volgen relativerende gesprekken over het al dan niet bestaan van monsters en andere griezelige dingen. Haas kaart even aan dat de angst dat iemand die je graag ziet er plots niet meer is, ook tot het gewoon bang zijn behoort. Daarna is het tijd voor bevrijdend gelach, want eens de angst is benoemd en overwonnen gaat het leven gewoon weer door.