Grote Boom is ziek

Toen Nathalie Slosse geconfronteerd werd met kanker vond ze geen geschikt boek om haar zoontje duidelijk te maken wat die vreselijke ziekte met een mens doet. Na haar ziekte besloot ze dit boek te schrijven, om dit gemis op de boekenmarkt te vullen.
Het verhaal is zeer helder geformuleerd: Grote Boom is ziek en zijn vriendje Snuiter, een kleine egel, wil hem helpen. De dokter komt langs en concludeert dat Grote Boom geplaagd wordt door houtwormpjes die verdreven moeten worden. De medicijnen zullen de boom genezen, maar eerst lijkt het wel alsof de boom zieker wordt, als zijn blaadjes neerdwarrelen. Snuiter weet eigenlijk niet of Grote Boom nog wel ooit opniieuw zijn sterke vriend zal worden, maar blijft hopen.
De figuur van Kleine Snuiter met zijn gevoelens van wanhoop, verdriet, woede en ondertussen kinderlijk naïeve oplossingen aandragend, is zeer levensecht neergezet.
De knappe metaforen – houtwormpjes zijn kankercellen, vallende blaadjes ofte het uitvallen van haar – dragen bij tot een sterk, ontroerend, maar ook hoopgevend prentenboek dat ondanks de goede afloop geen onrealistische verwachtingen creëert bij het jonge doelpubliek. Zelfs wanneer de kanker het wint, is dit een zeer bruikbaar boek, dat aangeeft dat iedere mens iets van zichzelf achterlaat.
Achterin het boek staan verschillende knutselactiviteiten die tegelijk troostmomenten kunnen zijn voor kinderen. Eigenlijk zou je willen dat dergelijke boeken niet nodig zijn, maar wanneer dat toch het geval is, vormt dit boek een welkom hulpmiddel voor (groot)ouders, leerkrachten en opvoeders.