Korneel is, op weg naar school, getuige van een ongeval. Een motorrijder moet uitwijken voor een kat en komt ernstig ten val. Het ongeval laat Korneel niet los, het blijft hem achtervolgen tot in zijn dromen. Er liep een draak over de weg, droomt hij. Zijn drakendroom gaat hij voor waar nemen, hij ziet zelfs een spoor van de draak op de plaats van het ongeval. Omdat hij over zijn droom met niemand durft te praten, is zijn gedrag soms moeilijk te begrijpen voor zijn naaste omgeving. Tot zijn geliefde oom Hendrik, die overigens ook met een motor rijdt, vertelt dat hij ook bang is voor boze dromen. Door mee te gaan in Korneels fantasie, zorgt oom voor een doorbraak in de verwerking van het ongeval. Dit boek maakt deel uit van van de ‘Ik ben Zeppe!’-reeks, waarin boeken verschijnen voor en over jonge verkeersslachtoffers. Zo verschenen eerder o.a. al ‘Alles is Leander’, ‘Knikkers op de weg’ en ‘Kinderen van de weg’. Lovenswaardige reeks dus, waarin wordt stilgestaan bij de effecten van een ongeval, niet alleen voor het slachtoffer, maar ook voor naaste en minder naaste verwanten. Zo is het heel begrijpelijk dat een jong kind serieuze problemen kan krijgen door het zien van een ongeval, zoals in dit boek, dat zich richt tot kinderen vanaf een jaar of vijf. Korneel heeft stemmingswisselingen, kan plots agressief omgaan met zijn speelgoed, valt in slaap op school en beleeft nare dromen. Achterin het boek tref je als ouder, leerkracht of op een andere manier betrokken partij, tips aan die zeer duidelijk en concreet zijn. Het verhaal is uiteraard zeer specifiek gericht naar een bepaalde doelgroep en zal dus niet bepaald als gewoon (voor)leesboek gepromoot kunnen worden. Uitzonderlijk knap geschreven is het ook niet, gewoon oké. De tekeningen behoren niet bepaald tot de uitschieters in de illustratiewereld, maar zijn wel passend, dus in dat opzicht ook oké te noemen. Vanaf een jaar of negen kunnen kinderen dit boek overigens perfect zelfstandig lezen.