Dit is het vijfde boek over het dwergvolkje, de Bajka. Het boek kan perfect apart gelezen worden. Het is enkel wennen aan de personages. Het begin is een beetje vreemd. Bakalar is dertien en woont bij de Bajka, het dwergvolkje uit Podzagoera. Zijn vader is leider van de Wolven, een groepje getrainde Bajka die als verkenners optreden. Op een dag vraagt zijn vader om mee te gaan op een bijzondere expeditie. Bakalar heeft dit al altijd gewild, maar nu staat hij voor een moeilijke keuze want Bakalar moet de volgende dag naar zijn dertienjarigenfeest. Dit is het belangrijkste feest in zijn jonge leven. Bakalar beslist uiteindelijk om mee te gaan. Hij heeft er geen idee van welke ramp de Bajka boven het hoofd hangt. Tijdens de expeditie zijn er heel wat hindernissen. Eigenlijk is het de bedoeling om te testen of Bakalar ook een Wolf kan worden, net als zijn vader. En inderdaad, bij hun terugkomst is er het dertienjarigenfeest. Hier wordt door de Raad Der Wijzen over de toekomst  van al de dertienjarigen beslist. Zij mogen die zelf niet kiezen. Bakalar zou graag glasblazer worden, maar hij wordt Wolf. Tijdens een grote brand in hun dorp kan Bakalar op het nippertje aan de dood ontsnappen. Hij is een echte held wanneer blijkt dat hij ook iemand heeft gered. Het dorp is verwoest en er moet een nieuw dorp gebouwd worden.
Dit boekje lijkt weinig vernieuwend. De duistere zwart-witillustraties verduidelijken het verhaal. De hoofdstukjes zijn kort en lezen vlot. Het is een apart genre, maar de spanning kan misschien wel vele jongens boeien. De moed van het hoofdpersonage is uitzonderlijk. Onderaan de pagina's vind je verduidelijkingen van de taal of gewoontes van het volk (soms heel uitvoerig uitgelegd).