Dit is het tweede boek van dit Italiaans schrijver-illustratorduo. Het vorige boek ging over draken, hier staan fabeldieren centraal. De dieren uit het boek komen allemaal uit mythologische verhalen van heel verschillende culturen. De alomgekende eenhoorn passeert uiteraard, de feniks en de dondervogel. Daarnaast ook veel onbekende dieren zoals de ahuizotl (afkomstig uit de Azteekse mythologie) of de kitsune (Japans voor ‘vos’ en veel voorkomend in de Japanse mythologie).

Het boek is opgevat als handboek. De auteur spreekt de lezer aan om verzorgen van magische dieren te worden. Vanuit de ik-persoon deelt de auteur haar kennis (die ze zelf opdeed van haar vader – de officiële verzorger van magische dieren). Ze vertelt wat de dieren graag doen, hoe je ze kan lokken en waarom sommige gevaarlijk zijn. Al die informatie is gebaseerd op kenmerken die de dieren hebben in de oorspronkelijke mythologische verhalen. Op het einde van het boek staat een eindtoets die je juist kan invullen als je goed hebt opgelet. Dan mag je jezelf ook verzorger van magische dieren noemen.
Het opzet is leuk. Je leert op een originele manier heel wat mythische dieren kennen. Jammer dat de oorsprong van de dieren er niet bij staat, want dat is toch erg waardevolle informatie. Kinderen missen dan weer informatie over wat de dieren eten, hoe oud ze worden ... Die informatie is wellicht niet te vinden in de oorspronkelijke mythologische verhalen, maar is voor een verzorger van magische dieren wel erg belangrijk.

De prenten zijn sprookjesachtig en geven een goed beeld van de dieren die beschreven worden. Er worden twee verschillende tekenstijlen gebruikt. De ene stijl is mooi, met zwierige vormen en pastelkleuren. De andere stijl lijkt, met de dikke zwarte lijnen, eerder uit een gedateerde tekenfilm te komen.