Het beest met de kracht van tien paarden

Al eeuwenlang spreekt de Griekse mythe van de Minotaurus, de bloeddorstige mensstier die in een doolhof op Kreta rondwaart, tot de verbeelding. Na veelgeprezen bewerkingen van Reinaert de Vos en koning Salomo waagt Lida Dijkstra zich aan een hervertelling over dit beest met de kracht van tien paarden. De Nederlandse gaat op een spitsvondige en verfrissende wijze om met de grondbeginselen van de oorspronkelijke mythe. 

De Atheense koningszoon Theseus meldt zich in zijn geldingsdrang vrijwillig aan om de Minotaurus voorgoed te verslaan en de vloek van de goden te doorbreken. Dit boek is allesbehalve een verheven heldenepos waarin de hoofdpersoon in zijn eentje snel en als vanzelfsprekend de overwinning behaalt. Wel krijgen we vanuit het perspectief van Theseus een unieke en gedetailleerde inkijk in de tocht in het ondergrondse doolhof zoals die in werkelijkheid zou kunnen verlopen. Het gaat over zijn motivatie, de rol van de dertien metgezellen, de angst en de spanning en over Ariadnes kostbare hulp met de gouden draad. Maar evenzeer over basisbehoeften als eten, slapen en naar het toilet gaan. Want deze personages zijn mensen van vlees en bloed, met deugden en gebreken en opspelende darmen. Ook de Minotaurus is verrassend menselijk, hij is niet dat eendimensionale monster vanuit de overlevering. Het is veelzeggend dat Theseus uiteindelijk niét de ultieme held van dit avontuur is. Dijkstra's bewerking blijkt een ware onttovering van deze oude mythe. Tegelijkertijd weet ze de geest van de mythe te behouden. Puik werk.

Het verhaal van Theseus en de Minotaurus heeft een lange voorgeschiedenis. Dijkstra doorbreekt de conventionele lineaire vertelstructuur door twee verhaallijnen (op andersgekleurde bladzijden) te verbinden. Rodante, een van de metgezellen, vertelt over de voorafgaande gebeurtenissen ter verstrooiing en vermaak. Zo worden verleden en heden met elkaar verweven en dat is niet toevallig. Het allesbepalende belang van wat ons voorafging vormt immers de rode draad in dit boek. Theseus is er stellig van overtuigd dat hij als mens met een vrije wil zijn leven en toekomst zelf in handen heeft. Tot de Minotaurus zijn verleden (en zelfs toekomst) beter dan hijzelf blijkt te kennen en daardoor letterlijk de regie van het verhaal overneemt. Ligt het lot dan toch al van tevoren vast? Zijn mensen slechts poppetjes in een groter verhaal? En waar begint een verhaal en waar eindigt het? Theseus' twijfel leidt tot boeiende filosofische reflecties over de lotsbestemming van de mens en eenieders (levens)verhaal. Bij uitbreiding raken deze vragen de kern van élke mythe. Zijn onzekerheid en kwetsbaarheid zorgen voor de mooiste passages uit het boek. Een sluitend antwoord op deze existentiële vraag krijgen we niet, al lijkt Theseus dan toch zijn (nood)lot te kunnen ombuigen.

Het boek is rijkelijk geïllustreerd door de jonge Djenné Fila. Haar inspiratie haalde ze tijdens een bezoek aan Griekenland uit de zachte tinten van muurschilderingen en de gestileerde, geometrische figuren uit de Griekse kunst. Haar beelden passen bij de verhaalsfeer maar mogen nog meer verrassen. Ook op stilistisch vlak valt wel iets op te merken. Na een sterk begin wordt het tempo door de lange tussenverhalen merkelijk wisselvalliger. De tweede verhaallijn met veel details voelt te lang aan en haalt de vaart en snedigheid uit het boek. En het is mooi dat in dit avontuur de dertien kompanen elk een rol hebben, maar hun karakters missen diepgang. 

Maar bovenal is 'Het beest met de kracht van tien paarden' een mooie en originele hervertelling van eeuwenoud literair erfgoed. En tot slot is er nog dit fijne detail: een gouden leeslint als een persoonlijke draad van Ariadne. Onmogelijk dus om als lezer in dit verhaal te verdwalen.