Zootje was hier

Tepper schrijft zijn verhaal op voor Lotus, het nieuwe meisje uit zijn klas waar nog niemand wil mee spelen. Tepper woont bij oma en opa. Die hebben een volkstuintje bij de spoorweg. In de tunnel onder de spoorweg heeft Tepper een hut. Tepper heeft een probleem met één oog, hij draagt er een lapje voor. Daardoor en omdat hij de slimste van de klas is, wordt hij gepest. In de hut komt Zootje. Het is een spookje, een engel of een geest, of een droom. Zootje komt altijd als Tepper zich zorgen maakt. Echt zijn wel de twee zwarte broers, Kiko en Flan. "Kiko en Flan kwamen van ver. Hun land was ver en zij waren ver van hun land. 'Hun land is zwart en rood,' zei oma, 'zwart van de oorlog en rood van het bloed. Hun mama kon er niet blijven. Hun papa was er niet meer. Hun mama vond een boot. Ze pakte Kiko in, zichzelf en Flan. Alsof ze pakjes waren. Zo kwamen ze over zee ..." Ze zijn een geheim, zegt oma. Mensen van de volkstuintjes laten hen wonen in een tuinhuisje. Want ze mogen in dit land niet blijven. En "als je een geheim bent kun je de wereld niet in." (p. 52) Op een dag weet Tepper wat oma en opa gaan zeggen. De zomer met Kiko en Flan is voorbij. Dit is een bijzonder aangrijpend verhaal in een- en tweelettergrepige woorden. Het is verrassend hoe de auteur erin slaagt om een moeilijk thema als illegaliteit en eenzaamheid toegankelijk te maken en bovendien weet te ontroeren. De ingehouden verteltrant suggereert veel zonder het uit te spreken en blijft toch perfect te begrijpen door kinderen. De taal is poëtisch, zoals uit de citaten blijkt. En de illustraties zijn prachtig. Dit is een kleinood om te koesteren!