Zoektocht in Katoren

37 jaar na ‘Koning van Katoren’ heeft Jan Terlouw een opvolger geschreven. Centrale figuur is dit keer Koss, een jonge geitenhoeder. Op zijn berg maakt hij kennis met Adelheid, een oude dame, die naar huis teruggekeerd is om te sterven. Op haar sterfbed vraagt ze Koss om haar zoon Robert, die zestig jaar geleden gekidnapt werd te gaan zoeken. En zo trekt Koss de wijde wereld in. Tijdens zijn reis gaat een heel nieuwe wereld voor hem open: een wereld van geld, regels en schijnheiligheid. In Minder probeert iedereen een financieel voordeel te krijgen uit mogelijke fouten van een ander; Regelrecht dwingt iedereen in een keurslijf van regels, stempels en formulieren; in Meienzorg is het verdriet om een door een ongeluk gestorven hangbuikzwijntje enorm, maar geeft niemand een donder om het lot van de varkens die door de bio-industrie in hoge betonnen varkensflatsgebouwen gekweekt worden en in Loonstad wordt er enkel gewerkt en hebben de mensen geen aandacht voor hun kinderen. Uiteindelijk brengt zijn queeste hem in ‘Cnocke en Spalk’, een dubbelgemeente waar in Cnocke wapens gemaakt worden, bestemd voor de oorlog in het buurland ‘El-Ende’ en waar de bewoners van Spalk zich het lot aantrekken van de oorlogslachtoffers. In het begin is Koss slechts een toeschouwer, die enkel registeert en door zijn gezond boerenverstand van de ene verbazing in de andere valt. Maar gaandeweg wordt hij zich steeds meer bewust van de hypocrisie en de absurditeit van de samenleving, een samenleving die wel een doorslagje lijkt van onze huidige leefwereld. In ‘Cnocke en Spalk’ maakt hij kennis met de flamboyante Vulcana, dochter van een wapenfabrikant én hevig tegenstander van de oorlogsindustrie. En Koss gaat de strijd aan, waarbij hij natuurlijk gevangen genomen wordt en riskeert vermalen te worden door het systeem, ook al is de rechter ervan overtuigd dat Koss overschot van gelijk heeft. Vulcana zet een gewaagde reddingspoging op het getouw, hierbij geholpen door de vrienden die Koss tijdens zijn reis gemaakt heeft. Het ziet er slecht uit, totdat de oude Koning, Stach, zich ermee bemoeit. Koss heeft wel veel van Tijl Uilenspiegel. Net zoals Tijl heeft hij een onafhankelijke, vrijgevochten levensvisie met een drang naar eerlijkheid en waarheid. Het moderne Katoren gaat gebukt onder kortzichtigheid en halfslachtige oplossingen, en net door zijn consequente houding houdt Koss de Katorenaren een spielgel voor en stelt hij de problemen aan de kaak. En komt hij tot het besef dat je "er niet alleen achter moet zien te komen wat er in de wereld gaande is, maar dat je misschien wel iets moet doen" (p. 139). ‘Zoektocht in Katoren’ is een vlot, helder en goed geschreven verhaal, rijk aan humor en vol boeiende dialogen. Maar het is ook een boek met een boodschap. Maar, waar die boodschap in ‘Koning van Katoren’ verpakt zat in een steengoed avonturenverhaal, ligt ze er nu vingerdik bovenop. En dat is toch wel (een beetje) jammer.