Zangzaad

Do Van Ranst won onlangs voor de tweede maal de Prijs Knokke-Heist voor het beste jeugdboek. Bizar eigenlijk, omdat de prijs beginnend talent zou moeten bekronen en Van Ranst toch al zo’n negen jaar aan de weg timmert. De auteur betreurt dan ook dat zijn naam na al die tijd nog zo weinig bekendheid geniet bij het brede publiek. Dat betreuren we samen met hem, want de man beschikt over een zeldzame, poëtisch aandoende schrijfstijl. Stond ‘Mijn vader zegt dat we levens redden’ al hoog in ons lijstje met bijzondere leeservaringen, dan haalt ‘Zangzaad’ die lijst moeiteloos. Bevreemdend is het gevoel dat overheerste na lezen van dit ultradunne boekje. Livio en Dakota, broer en zus, proberen de dood van hun psychisch zieke moeder een plaats te geven. 'Gek' is het woord dat op hun moeder van toepassing is, volgens hen. Hun moeder identificeerde zich geregeld met dieren, tot ze op de onzalige gedachte kwam dat ze als een vogel kon vliegen. Het zou haar laatste gestoorde daad worden ... Naast een geheel eigen schrijftrant hanteert de auteur ook een originele structuur. Hij laat broer en zus hun eigen visie uiteenzetten, wat meteen een duidelijk beeld schetst van hun beider persoonlijkheden. Vervolgens krijgt de lezer een dialoog in vier delen tussen Livio en Dakota voorgeschoteld. Gecombineerd met de sobere foto’s en eigenzinnige typografie en lay-out krijg je aldus een hoogst ongewoon boek, dat je uiteindelijk meegeeft dat we allemaal een beetje vreemd zijn. Boekje voor de doorgewinterde lezer, al vrees ik dat Van Ranst hiermee zijn bekendheid weer niet zal vergroten. En da’s jammer, want gezien zijn zeer eigen geluid verdient hij veel meer erkenning dan een prijs voor beginnend talent. Even terzijde: puur vanuit commerciële overwegingen ligt de prijs ook vrij hoog, wat de drempel nog wat hoger maakt. Al vinden we dat dit kleinood elke cent waard is.