Wij zijn allemaal moleculen

Dit is een prachtig verhaal over de hoogbegaafde Stewart en de fashion queen Ashley. Zijn vader en haar moeder willen gaan samenwonen en dus vormen ze sinds kort een nieuw samengesteld gezin. Stewart, die er zijn hele leven naar uitgekeken heeft om een zusje te krijgen, wil er meteen het beste van maken. Ashley daarentegen ziet het niet zitten om een nerd als stiefbroer te hebben. Bovendien heeft ze nog andere problemen aan haar hoofd. Zo blijkt haar droomvriendje niet de jongen te zijn die ze zich had voorgesteld, mogen haar vrienden niet weten dat haar vader homo is en heeft ze haar eerste plaats op de sociale ladder te verdedigen ...
In dit boek wisselen Stewart en Ashley elkaar ieder hoofdstuk af als ik-verteller. Vaak kruisen hun verhalen elkaar. Zo zijn ze niet alleen stiefbroer en -zus, maar gaan ze ook naar dezelfde school. Stewarts relaas is erg analytisch geschreven. Zijn sociale vaardigheden zijn beperkt, maar zijn redeneringsvermogen is erg scherp. De verhalen van Ashley houden de schijn hoog dat ze het allemaal voor elkaar heeft.
Deze twee contrasten zorgen voor een erg humoristisch boek. Hoewel er zeer moralistische thema’s aan bod komen, zijn deze zo verpakt dat ze absoluut niet als zedenlessen overkomen. Het boek is uit het leven gegrepen en leest als een trein.