Wiek!

Wiek vraagt zich steeds af op wie hij lijkt, op zijn vader of zijn moeder. Zijn vader heeft hij nooit gekend. Met Oele, de vriend van zijn moeder, kan hij goed opschieten, maar dat is zijn vader niet. Wanneer zijn vader, Frenk, opeens voor de deur staat, is Wiek reuzeblij dat hij nu een echte vader heeft. Maar Frenk is na een paar dagen weer verdwenen. Wiek snapt er niets van. Hij is boos en ongelukkig, maar bedenkt een plan om zijn vader terug te vinden.
Verhaal waarin de gevoelens van een kleine jongen centraal staan. Aan de uitleg van de volwassenen heeft hij geen boodschap. De vragen en emoties laaien hoog op. De moeder is eerlijk en draait niet rond de pot, maar Wiet leert dat je de liefde niet kan dwingen of naar je hand zetten.