Want ik raakte de hemel aan

De Kikuyu-stam verliet het verwesterde Kenya en leeft nu volgens de aloude tradities in "de wereld die Kirinyaga heet". De ik-persoon van dit verhaal is Koriba, de medicijnman. Hij bewaakt de tradities maar staat tegelijk via zijn computer in contact met Onderhoud. Meisjes worden rond de leeftijd van tien jaar besneden; hen wordt elke toegang tot onderwijs ontzegd. (Alleen de medicijnman en enkele dorpshoofden kunnen nog lezen.) Meisjes zullen later het land bewerken en hun echtgenoot dienen. Maar Kamari, een heel snugger meisje, sluit vriendschap met Koriba en eigent zich de verboden kennis toe nl. het lezen. Ze ontdekt ook dat Koriba in Europa gestudeerd heeft en zo een beetje vals speelt en de dorpelingen dom houdt. Kamari leerde zichzelf lezen met behulp van de computer, en een zelf ontwikkelde taal. Koriba is onverbiddelijk - een meisje hoort niet te lezen en te schrijven - en hij stuurt haar weg. Kamara pleegt zelfmoord als verzet tegen haar lot. Een verhaal dat heel moeilijk leest. Er worden heel veel vreemde woorden gebruikt en achteraan staat geen verklarende woordenlijst. Het is moeilijk om dit verhaal te begrijpen omdat er geen situering is van tijd en plaats, alles wordt zeer vaag gehouden. Het is een vreemde combinatie van sciencefiction -een utopische maatschappij ver van de hedendaagse wereld maar met behoud van enige geavanceerde technologie- en een vertelling over het traditionele Afrikaanse bestaan. Kinderen zullen er weinig van begrijpen en het einde is zo zielig dat je bijna spijt krijgt dat je het boek gelezen hebt.