Vuurvogel

Emelie is slachtoffer geworden van een uitslaande brand toen ze samen met vrienden een feestje vierde op een boot. Na een moeizaam herstel in het ziekenhuis moet ze de draad van het gewone leven weer opnemen. Ze moet opnieuw naar school gaan en onder ogen zien dat haar beste vriend nooit meer op de schoolbanken bij haar zal zitten. Hij is namelijk in de brand gebleven. Dit boek is geschreven in samenwerking met de Stichting Brandwonden. Het verhaal leest heel vlotjes. Je leert hoe moeilijk het is om deze verschrikkelijke verminkingen te aanvaarden. In dit geval is Emelie zeer opstandig en boos op haar hele omgeving. Ze laat geen vrienden toe, met uitzondering van Lore, haar boezemvriendin. Met haar deelt ze al haar hele jonge leven lief en leed. Gaandeweg leert ze dat er geen weg terug is en dat ze moet leren omgaan met haar voorlopige beperkingen. Ze zal afscheid moeten nemen van haar dode vriend Frederik op wie ze heel verliefd was. Jammer dat dit boekje niet meer focust op de innerlijke kwetsuren die brandwonden teweeg kunnen brengen. De angst om weer met 'vuur' te leren omgaan is nog maar één ding. Slachtoffers leren noodgedwongen omgaan met veel soorten pijn. Het dragen van een drukverband is erg belangrijk om de huid weer min of meer weer glad en soepel te maken, maar brengt ook de nodige ongemakken mee. Over psychologische begeleiding gaat het hier nauwelijks. Ook de interactie tussen de gezinsleden is zeer summier weergegeven. De vader en de broer van Emelie komen er heel weinig aan te pas. Via dagboekfragmenten van Emelie leer je hoe haar liefde voor Frederik groeide. Maar in het algemeen is dit verhaal een gemiste kans als het erop aan komt de jonge lezer inzicht te geven in wat 'brandwonden' met je lichaam en geest doen.