Vrije val

Dit boek is een bewerking van de veertiende-eeuwse legende van Beatrijs. Agave Kruijssen heeft wel meer Middelnederlandse verhalen herverteld, waarbij ze dicht bij het origineel blijft, met hier en daar wat eigen toevoegingen. Beatrijs wordt door haar ouders gedwongen om in het klooster te treden. Daardoor kan haar verhoopte huwelijk met Berend niet doorgaan. Maar op een dag komt Berend toevallig langs het klooster en Beatrijs voelt dat haar verliefdheid nog lang niet over is. Na enige aarzeling vlucht ze op een nacht weg uit het klooster om met haar geliefde in een jachtslot te gaan wonen. Ze krijgen twee zoontjes. Toch dooft in de loop der jaren de liefde uit en Berend gaat ervandoor met al het geld. Daarop vertrekt ook Beatrijs met de kinderen op een tocht getekend door armoe, honger en uitputting. Ze raakt ten einde raad en besluit, om aan geld te geraken, zich te prostitueren. Tot ze terug in de buurt van het klooster terechtkomt. Beatrijs laat de jongens achter bij een boerin en glipt langs een achterpoortje opnieuw het klooster in. Ze sluipt naar de slaapzaal en gaat in haar bed, dat nog steeds onbeslapen is, liggen. Als de zusters de volgende ochtend wakker worden, gaat het kloosterleven van jaren geleden zijn gewone gangetje. Niemand lijkt te hebben gemerkt dat Beatrijs is weggeweest. Deze Marialegende behoudt in deze nieuwe versie haar diepchristelijke toon. Uit tekens onderweg leidt Beatrijs af dat de Heilige Maagd haar blijft beschermen. Elke gebeurtenis wordt beschreven vanuit een overtuigde Mariadevotie. Dit verhaal heeft zijn historische waarde, maar om het naar de jeugd toe te brengen zou een meer wereldse kijk doeltreffender zijn.