Vandaag houd ik mijn spreekbeurt over de anaconda

Aan het woord is de regenworm, jawel, want in dit boek zijn het allemaal dieren die een spreekbeurt geven over andere dieren. Twintig sprekers komen aan het woord, met de wijze kerkuil als moderator. Alle dieren die aan bod komen kan je terugvinden via het register achteraan, samengesteld door de regenworm en de vroedmeesterpad. Die laatste maakt al meteen duidelijk dat de dieren niet altijd voor de hand liggen, kijk maar naar de helmkasuaris, de schoenbekooievaar of het gilamonster.

Zoals altijd leest de non-fictie van Bibi Dumon Tak als een roman. Dat ligt aan haar uitzonderlijk vlotte stijl, waardoor je de dieren echt hoort praten. Elk van hen doet dat in een stijl die overeenkomt met het type dier, een bepaald kenmerk ervan of het karakter dat het toegeschreven wordt. Zo wil de heremietkreeft de hele tijd terug in zijn schelp kruipen wanneer hij aan het woord is. Alle vragen en commentaar van de dieren op elkaars spreekbeurt maken het extra levendig. Daarbij geven ze heel wat kritiek op elkaar, maar het dier dat het echt wel voor iedereen moet ontgelden, is de mens. De stijl mag dan bijzonder onderhoudend zijn, intussen kom je natuurlijk heel wat te weten. Over de syrinx bijvoorbeeld, het orgaan waarmee vogels kunnen fluiten. Of over Paul Rosolie, de man die zich probeerde te laten opeten door een anaconda. Ook de humor maakt dat je al die informatie leest als een trein. Zo is de poetsvis hilarisch in zijn spreekbeurt over de haai die vrijwel enkel over poetsvissen zelf gaat. 

Annemarie van Haeringen versterkt die humor in een kriebelig tekeningetje van elke spreker met een spreekbeurt in zijn poot of vin. Daarnaast krijgt elk besproken dier een prachtige bladvullende illustratie tegen een gekleurde achtergrond. Dat Bibi Dumon Tak het non-fictie genre heruitgevonden heeft, wisten we al, niemand brengt dit zo grappig en meeslepend als zij!