In dit vrolijke boek komen twaalf getallen aan bod. Het zijn alle uren van de klok. De verschillende cijfers worden altijd op andere manieren gebracht (letterkoekje, huisnummer, digitale klok). De twaalf getallen die je nodig hebt bij het kloklezen vind je in dit boek terug. Deze cijfers komen tot leven. Bij elk getal hoort een verhaal. We beginnen bij 1. Aan dit cijfer worden twee dubbele pagina's besteed. Het gaat niet alleen over het cijfer 1. Het gaat veel verder: je hebt één hart, één hoofd, één neus, ... In het Engels staat vermeld: to be or not to be, that is the question. Deze woorden komen uit de mond van een skelet. Een beetje vergezocht voor jonge lezers. Over het cijfer 2 valt nog meer te vertellen. Verwarrend is dat ook het cijfer 1 er nog steeds staat. Je vindt een gedicht over het cijfer 2. 2 is immers niet zomaar 1+1. 3 doet je dansen: "één, twee, draai, ... Als 3 duizelt wordt het een letter "m". Maar vier is beter, je hebt vijf vingers aan een hand. Zes mag in het Zweeds niet hardop gezegd worden. Alle vingers worden beschreven. Zo gaat het verder tot twaalf. Zelfs dertien wordt eventjes aangehaald als ongeluksgetal, dat niet mocht meedoen.
Dit boek is behoorlijk druk en verwarrend. De auteur beperkt zich niet tot één cijfer per bladzijde. Zelfs wiskundige vergelijkingen komen aan bod. Bij het boek hoort een cd: met een vrolijk walsje, 'hoedje van papier' als rocknummer, een tango op het schaakbord, ... Het geheel is een kijkboek waar illustraties en verhaal door elkaar staan. Het is de opvolger van de weergave van het alfabet door dezelfde auteur.