Twee vechtende eekhoorntjes

De eekhoorntjes (en neven) Eduard en Reinier zien in het bos een geurige, grote dennenappel liggen. Allebei willen ze hem pakken, maar dan hebben ze door dat ze met twee zijn voor één dennenappel. Dat is een probleem want geen van hen denkt aan samenwerken of delen. De strijd om de dennenappel begint.

Het verhaal wordt op rijm verteld met op de achtergrond een prachtig herfstdecor. De tekeningen zitten vol prachtige herfstkleuren en lijken de herfstzon te laten stralen op je gezicht. Vanuit verschillende perspectieven wordt het verhaal in beeld gebracht. Dat zorgt voor een enorme dynamiek. Er wordt gespeeld met grootte, met richting, met veegtechnieken, het aanbrengen van bewegingslijnen enzovoort. Je zoeft als het ware mee achter die dennenappel aan en ondertussen draai en keer je het boek om de eekhoorntjes te kunnen volgen.

De tekst op rijm hapert hier en daar wat naar mijn gevoel omdat de rijm soms verder ging op de volgende bladzijde. Pas als je de bladzijde omsloeg en verder las klopte het weer. In deze passage klopt de kadans niet naar mijn aanvoelen: 'Maar Eduard was niet het enige dier dat de dennenappel zag. Ook zijn neefje Reinier zag hem liggen.'

Toch was het prettig lezen. Helemaal op het einde van het boek komt de moraal van het verhaal naar boven en die ligt er erg dik op. Echt storend vind ik het wel niet omdat het tijdens het lezen al wel duidelijk is waar het verhaal naartoe gaat. Ik vind dit boek vooral een cadeau om naar te kijken. Het verhaal ondersteunt naar mijn gevoel meer de illustraties dan andersom.