Trubbel de trol

Pepijn verhuist na de dood van zijn moeder samen met zijn zus en vader naar het woud. Zijn vader wordt er boswachter. Aanvankelijk vindt Pepijn er maar niets aan om de stad achter zich te moeten laten. Maar het duurt niet lang of hij is vertrokken voor een groots avontuur. Hij ontdekt dat er vreemde wezens in het bos leven. Wat hij echter niet weet, is dat ze niet allemaal zo lief zijn als zijn vriend, Trubbel de trol. Het is een zeer fantasierijk verhaal met enorm veel humor erin. Trubbel de trol is 200 jaar oud en nog maar een kind in termen van trollen. Hij is zeer naïef, om niet te zeggen dom, en de manieren van mensen hebben niets gemeen met die van trollen, ... Genoeg ingrediënten om tot komische situaties te komen. Toch is het niet altijd grappig. Wanneer opa trol de papa van Pepijn gevangen heeft genomen om nog eens een lekker mensenhapje te kunnen klaarmaken, beginnen Pepijn, zijn zus en Trubbel de trol aan een gevaarlijke bevrijding. Het grote lettertype, de gemakkelijke woordkeuze en grappige tekeningen maken het tot een zeer toegankelijk boek.