Tonje woont als enig kind in een klein bergdorpje in Noorwegen. Ze kent iedereen en iedereen kent deze ‘kleine donder’. Haar beste vriend is de oude, norse Gunnvald. Ze houden van elkaars gezelschap en brengen samen veel tijd door. Gunnvald bouwt een heuse stuurslee voor Tonje. Die gaat enorm snel! En op een dag maakt ze kennis met Ole en zijn familie, die verblijven op de ‘heilzame camping’. Het verhaal sprankelt van levensvreugde, maar er zijn ook problemen. Wanneer Gunnvald een geheimzinnige brief ontvangt, in het ziekenhuis belandt en zijn boerderij verkocht dreigt te worden door Heidi, een stuurse, harde vrouw die plots uit het niets komt opdagen, ontdekt Tonje zijn goed bewaarde geheim.
Het boek, in de stijl van Lindgrens Michiel van de Hazelhoeve, is op een eenvoudige, grappige manier verteld in korte hoofdstukken die in drie delen zijn samengebracht: 'De brief', 'Heidi' en 'De muziek'. Het verhaal leest bijzonder vlot en aangenaam. Elk hoofdstuk heeft een ouderwetse intro waarbij in één zinnetje de gebeurtenissen worden samengevat. Ondanks de niet echt herkenbare setting met bergen en sneeuw is het boek voor kinderen van hier toch te smaken dankzij de vrolijke sfeer, de goed getypeerde figuren en de vlotte, beschrijvende verstelstijl. De kleine avonturen, spannende ontmoetingen, onverwachte gebeurtenissen, nieuwe contacten en herkenbare emoties van de speelse, dartele hoofdfiguur die alle problemen op haar eigen sprankelende, doortastende manier aanpakt, spreken aan. Het lijkt wel altijd vakantie!