Tijn en mama gaan samen naar oma en opa met de fiets. Hij mag vooraan op de fiets zitten en zijn knuffelbeer mag ook mee. Onderweg is er heel veel te zien: grote vrachtwagens, een trein, een boot en een vliegtuig. Onderweg stopt mama even op de markt. Ze koopt er aardbeien en Tijn krijgt een lekkere banaan van de marktkraamster. Tijn geniet echt van het fietstochtje. Na een tijdje komen ze bij oma en opa aan. Oma staat al klaar met de loopfiets van Tijn. Nu kan Tijn zelf fietsen en sturen. 'Tijn op de fiets' is een eenvoudig en erg toegankelijk peuterboekje over een gebeurtenis uit het peuterleven. Het is voorlees-vriendelijk geschreven en hier en daar kan je de peuters actief betrekken. Op de eerste pagina is mama op zoek naar Tijn. Op de illustratie is goed te zien waar hij zich verstopt heeft. Peuters zullen graag een handje helpen door hem aan te wijzen. Verderop in het verhaal krijgt Tijn een banaan op de markt en vraagt mama: ‘wat zeg je dan, Tijn?’. Het antwoord op de vraag wordt niet gegeven, maar ook hier zullen de peuters aan wie het verhaal wordt voorgelezen, snel een antwoord weten. Met de illustraties op het schutblad kan je de verschillende soorten voertuigen bespreken, de kleuren ervan benoemen, het aantal tellen, het geluid dat ze maken bespreken of nadoen, enz. Een eenvoudig prentenboekje. De illustraties vallen wat tegen maar zullen door de felle kleuren het doelpubliek wel aanspreken.