Tijgereiland
Tijs is dertien wanneer zijn ouders uit elkaar gaan. Volgens zijn vader is hij nu “de man in huis” en ook aan die verwachting probeert Tijs te voldoen. Hij worstelt met schuldgevoelens, ligt met zichzelf overhoop, maar cijfert zichzelf weg en plaatst het welbevinden van zijn moeder bovenaan. Eigenlijk is Tijs zijn vader, zijn moeder, en ook zichzelf kwijt wanneer hij haar voorstelt samen naar India op vakantie te gaan. Hoe meer Tijs de verantwoordelijkheid op zich neemt tijdens deze reis, hoe meer onverantwoord zijn moeder zich gaat gedragen: ze loopt achter een verkoper aan de sloppen in, laat Tijs alleen op de hotelkamer om met een wildvreemde uit te gaan, en draagt haar zoon op hasj voor haar te zoeken. Wanneer ze dan ook nog Tijs' hoop een tijger in het wild te ontmoeten de kop in slaat, slaan bij Tijs de stoppen door. Hij sluit zijn moeder op in hun stenen hut in het tijgerreservaat, zodat ze wel verplicht is eindelijk eens naar hem te luisteren, en spuwt zijn gal. Over zijn gevoelens en over haar egocentrisme.
Deze zoektocht naar de wilde tijger is bovenal een zoektocht van Tijs naar zichzelf. De scheiding van zijn ouders, de nieuwe relatie van zijn vader, de volkomen hulpeloosheid van zijn moeder, en zijn eigen enorme verantwoordelijkheidsgevoel maken dat Tijs zichzelf kwijt is. Het is een leuke vondst van de auteur dat hij dit onderlijnt door over te schakelen van een ik-standpunt naar een derde persoon. Om dan op het einde weer terug over te gaan naar ik, wanneer Tijs besluit zijn eigen plaats weer op te eisen.