Supervrienden

Verhalen uit het Elzen-Eikenbos

Bever, Eend, Kikker, Mier, Slak, Eekhoorn en Mol wonen op een heel bijzondere plek in het bos. Het Elzen-Eikenbos. Daar wonen de vrienden samen, als een echte familie en beleven er tal van avonturen.
In het eerste verhaaltje maak je kennis met de Supervrienden en hun typerende eigenschappen. Zo is Slak de trage van het gezelschap, Bever de kunstenaar, Kikker de lenige … In de verhaaltjes die volgen, speelt elke Supervriend wel eens de hoofdrol: Kikker verveelt zich, Slak wil kunnen zwemmen, Bever is (niet) ziek, Mier wil graag groot zijn en Eend wil graag klein zijn, Eekhoorns verjaardag wordt gevierd, Mol is boos …
De verhaaltjes zijn fijn om te lezen. Ze zijn heel beeldend geschreven. De zon is bijvoorbeeld "net opgestaan en kruipt met een dun straaltje over de bloemenheuvel heen". Mol "voelt zich een beetje verfrommeld". Het riviertje is "een kolkende stilte", enz …
Humor ontbreekt zeker ook niet. Zo vraagt Slak zich af of Mol misschien warme winden laat waardoor zijn molshoop zo warm aanvoelt. Mier die nog nooit echt gelachen heeft, schiet in de lach wanneer … er een hele luide pffrrrt uit Bevers kont komt. De Supervrienden maken een heel speciaal cadeau voor Bever omdat die ziek is. Nadien blijkt hij helemaal niet ziek te zijn, maar berust alles op een misverstand …
Wanneer de Supervrienden met elkaar in dialoog gaan, hoor je zo je eigen kleuter, je eigen kind praten. Heel herkenbaar!
De rode draad doorheen de verhaaltjes is de hechte vriendschapsband tussen de Supervrienden. Ze doen alles samen. Wanneer er problemen zijn, vinden ze altijd een oplossing. En, alle verhaaltjes kennen een goed einde. Ook deze waarin ruzie gemaakt wordt!
De mooie, felle, warme tekeningen van Noëlle Smit geven het boek nog een extra dimensie. Ze stralen gewoon de warmte en de vrolijkheid uit, die je ook in de verhalen terugvindt.
Een fijn boek om gezellig voor te lezen, voor kleuters vanaf vier jaar.