Sterker dan elk afscheid

Wat is dit een mooi boek! Romantische zielen, rep u naar de boekhandel, want het liefdesverhaal van de blinde Michele en de hoogsensitieve Nina evenaart dat van Romeo en Julia. De schrijfstijl van Enrico Galiano is van een ongezien niveau. Wat moet deze man een levenservaring hebben om dit soort filosofisch boek te kunnen neerpennen.

Wie bij het horen van “filosofisch boek” al meteen afhaakt, wil ik toch overtuigen door te stellen dat er nooit iets beschreven wordt wat je zelf nog niet hebt meegemaakt. Alleen is de kans heel groot dat je in dit boek nieuwe manieren krijgt aangereikt om naar de dingen te kijken. Iets aanraken is bijvoorbeeld iets wat wij elke dag ook doen, maar hoe de blinde Michele in dit boek naar de tastzin kijkt is fenomenaal. Na het opsommen van een aantal ervaringen die inderdaad onze tastzin de moeite waard maken ("...de warme wind tussen je vingers als je je hand uit het raampje van een rijdende auto steekt, de koele massage als je je hand in een pot bonen stopt,(....) en vooral dat elektrische schokje dat door het laagje onder je huid trekt als je hand op het punt staat een ander lijf aan te raken, een andere hand een wang, haren"), wordt dit zintuig ook uitgebreid: “Dat aanraken bedoel ik niet fysiek. We raken elkaar aan omdat we praten...”.

Maar ook wanneer de auteur zijn verhaal vertelt, raakt hij onverwachte onderwerpen aan. Wat dacht je bijvoorbeeld van de regendruppels op het raam van de wagen? Het filosofische zit dus niet alleen in theorieën, maar zeker ook in de aandacht voor details die in de meeste andere boeken ontbreekt.

Hierdoor gaat het verhaal in eerste instantie enorm langzaam. Hoewel het mooi is, zit er weinig spanning in. Wanneer we bij de eerste ontknoping komen, is dat iets wat de lezer zelf ook al wel bedacht heeft. Dit raakt echter niet de schoonheid van het verhaal. De twee thema’s die gekozen zijn — liefde en rouw (het aanvaardingsproces van een handicap) — lenen zich hier immers perfect toe. Dit verhaal is niet spannend, het is romantisch. Enkel in het vierde deel van dit verhaal is actie te vinden. Het is ook het meer grappige en luchtige deel, al ontbreekt de knappe schrijfstijl hier ook niet. Vooral Carlo, die geen r kan uitspreken en vergeet dat Michele blind is, is een hilarisch personage.

Of dit verhaal ook even positief onthaald zal worden door het doelpubliek, young adults, weet ik niet. Je open stellen om naar je eigen innerlijke wereld te kijken, is niet iedereen gegeven. Bovendien hebben zowel Nina als Michele een volwassene die hen bij veel bijstaat, en toch wel de levenservaring heeft waar zij gebruik van kunnen maken. Dat is waarschijnlijk niet wat je wil horen als je 16 bent. De schrijver heeft dit echter mooi opgevangen door ook openlijk over de seksuele gedachten en beleving van Michele te schrijven. Het is vooral een aanrader voor de rijpere en meer gevoelige jongeren, ofwel de “orchidee-kinderen”, zoals Nina ze noemt.