Soms als ik een vlinder zie

De zotste verhalen over verschillende dieren worden in dit boek onder de vorm van een gedicht verteld. Wanneer je de QR-code vooraan in het boek scant, kun je echter de verhaaltjes ook als liedjes beluisteren. Zo krijg je een verhaal over een meisje dat in twijfel trekt of een eekhoorn wel een eekhoorn was, er is een pleidooi om de vliegen gewoon te laten vliegen, een grappig verhaal over een zebra die samen met een pad midden in de stad op straat ligt of eentje over een uil die zit te mediteren en daardoor vergeet de muis op te eten.  

Boudewijn de Groot schreef de twaalf korte verhalen over telkens een ander dier, maar je kan ze evengoed gedichten noemen omdat er heel wat rijm in zit. Ze lezen allemaal heel ritmisch en vlot, maar wanneer je de QR-code scant of naar Youtube gaat en het boek opzoekt dan kom je onmiddellijk aan de liedjes uit dit boek. Om eerlijk te zijn swing je niet snel mee met de bijhorende muziek. Het zijn eenvoudige ritmes, duidelijk verstaanbare taal, maar ze lijken allemaal wat op elkaar wat ritme en zang betreft.

De illustraties omvatten telkens de twee volledige bladzijden en zijn zeer mooi. Elk verhaal heeft zijn eigen kleurtinten en een heel eigen sfeer. Je voelt de avond vallen bij de vlinder die rondfladdert, de felle blauwe lucht bij de vliegen die in volle zomer rondvliegen en de weidsheid van de omgeving bij het verhaaltje over alleen zijn. De natuur wordt met oog voor detail weergegeven op een originele manier die ervoor zorgt dat je genoeg te zien hebt tijdens het beluisteren van de liedjes. Zo zit de uil op een boomstronk die krioelt van het leven, en is het buitenleven bij het kiezen van de seizoenen vol activiteiten. De lichtinval is telkens opnieuw iets wat opvalt, zowel de ochtendzon als de laatste zonnestralen van de dag worden erg voelbaar weergegeven. Het grote formaat van het boek zorgt ervoor dat de illustraties volledig tot hun recht komen.